Op 5 juni werd de thema-avond gehouden over de nieuwe Donorwet. Eppie Klein, de gespreksleider vanavond, vraagt eerst even aan de sprekers hoe het met hen gaat. Nadat ze hebben verteld over hun beleving van de coronacrisis, opent Eppie de vergadering met het lezen uit de bijbel en een gebed. Hij geeft na wat huishoudelijke mededelingen (en na de microfoon te hebben schoongemaakt…) het woord aan Ds. J. de Bruin, Christelijk Gereformeerd predikant in Elburg.
De dominee heeft zijn keuze al gemaakt, maar probeert het onderwerp toch zo open mogelijk te benaderen. Hij vraagt zich af of naastenliefde zover gaat dat je zelfs na je overlijden mensen moet helpen. Tijdens ons leven zijn wij ertoe geroepen om het welzijn van de naaste te bevorderen zoveel we kunnen. Maar hoe zit dat na ons leven?”.
Hij is er voor zichzelf van overtuigd dat zijn leven in Gods hand is, in leven en in sterven. Ook als dat sterven zou komen doordat hij zelf geen donororgaan wil. Maar hij vindt dat de keuze wel biddend door ieder zelf moet worden gemaakt.
Dokter J.P.C. Sonneveld is anesthesioloog-intensivist bij Isala. Hij vertelt over de huidistand van de donorregistratie: 40-45% is geregistreerd, waarvan 55% toestemming geeft. Door deze gebrekkige registratie is in 2018 in Isala gedurende het hele jaar maar 12 orgaandonaties uitgevoerd. Voor hem is er groot belang bij een goede registratie, en kan dat leiden tot het redden van meer levens. Hij neemt bezwaren weg die ertegen leven: de overheid zou eigenaar worden van je lichaam, je zou de integriteit van het lichaam schenden e.d. De regie op de keuze blijft bij de persoon zelf èn orgaandonatie is ingebed in goede zorg. Hij komt ten slotte terug op de doelstelling van orgaandonatie, levens redden, en roept iedereen op om zich goed geïnformeerd te laten registreren.
Mevrouw R. Heij is medewerker Advies & Toerusting bij de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV). Dit team denkt graag met mensen mee over hun keuzes. Ze laat vier thema’s de revue passeren die belangrijk zijn voor het maken van de keuze voor orgaandonatie: naastenliefde, integriteit van het lichaam, wederopstanding en het stervensproces. De keuze mogen trouwens ook jongeren vanaf 12 jaar al vastleggen in het register.
De lezing kenmerkt zich door “enerzijds”, “anderzijds”: de keuze moet door ieder voor zich gemaakt worden, na een persoonlijke afweging. Mevrouw Heij vraagt zich af of er geen grenzen zijn aan de maakbaarheid van het leven. Anderzijds: als iemand met je organen verder kan leven, is dat niet het uit liefde beschermen van kwetsbaar leven? Is de hersendood wel hetzelfde als de scheiding tussen lichaam en ziel? Maar: als de hersenen de lichaamsfuncties niet meer aansturen, dan is leven toch niet meer mogelijk?
Kortom, vanuit theologisch, medisch en ethisch perspectief zijn er nogal wat afwegingen te maken. Een pasklaar antwoord bestaat niet: niet wàt je kiest, maar dàt je kiest is essentieel.
Na de pauze worden vragen beantwoord. Zoals:
- Ook als je 80 bent, kan de vraag om donatie nog komen: voor weefsel is de leeftijdsgrens 85.
- De gemaakte keuze kan altijd worden aangepast in het Donorregister.
- Of je een deel van je lichaam mag weggeven, terwijl dat een tempel van de Heilige Geest is, blijft een persoonlijke afweging. Daarbij kunnen verschillende mensen op basis van dezelfde Bijbel tot verschillende beslissingen komen.
- Ontvangen van een orgaan is gebonden aan leeftijdsgrenzen en de conditie van een patiënt: bijv. bij een harttransplantatie is dat ca. 60 jaar.
- Pas als een orgaan dat getransplanteerd zou worden niet geschikt blijkt, kan het ter beschikking gesteld worden aan de wetenschap. Dat kun je ook in het Donorregister aangeven.
- Orgaandonatie kan alleen als je in het ziekenhuis overlijdt. Maar als je thuis gaat overlijden, hoef je niet naar het ziekenhuis. Overigens is de kans op goede organen ook groter als iemand in het ziekenhuis overlijdt. Weefseldonatie kan wel als je thuis overlijdt en gebeurt dan in het mortuarium.
- Bij orgaandonatie bij overlijden kun je niet kiezen aan wie je het orgaan doneert, zoals dat bij leven wel kan: iemand die aan een broer een nier afstaat bijvoorbeeld. Dat laatste gebeurt alleen als de donor ook goed gezond is
- Nabestaanden moeten goed voorbereid worden op orgaandonatie na overlijden. Vijf minuten na vaststelling van het overlijden moet de overledene dan van de IC af naar de operatiekamer. Het onderling gesprek daarover is van groot belang, ook met kinderen.
- Als je op morele, ethische gronden tegen orgaandonatie bent, moet je je goed afvragen of je er dan wel één zou willen ontvangen. Medisch is die koppeling er niet.
- “Wie wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart” is ook van toepassing op de medische ontwikkelingen. Overigens zullen we het verloren paradijs nooit hervinden op aarde. Dat zien we ook met het corona-virus. Ook medisch gezien hoeft niet alles wat mogelijk is, daarbij wordt altijd overleg met de patiënt (“shared decision making”).
- Het gebruik van medicijnen is bijna nooit een belemmering voor orgaandonatie. Als je vaak bloedtransfusie hebt gehad, kan dat wel belemmerend zijn.
Hebt u een vraag waarop u geen antwoord hebt gekregen? Mail naar de NPV-afdeling Elburg (npvafdelingelburg@solcon.nl) of neem contact op met de Advieslijn van de Nederlandse Patiënten Vereniging.
Ds. De Bruin leest ter afsluiting Romeinen 14 : 1 t/m 12 (over elkaar niet veroordelen). Hij vindt dat ook van toepassing op het onderwerp van vanavond. Nadat hij de avond met dankgebed heeft afgesloten, bedankt Eppie Klein de NPV en SGP voor hun initiatief, de sprekers voor hun bijdrage, de technici voor hun werk en de kijkers voor hun aandacht.
De thema-avond gemist? Klik hier om de avond terug te kijken.
Let op: u kunt 42 minuten wachten òf even naar dat moment klikken…